Het prille begin van Meld Islamofobie ligt in 2014. Een van de initiatiefnemers plaatste een nieuw rapport over islamofobie in Europa op haar Facebookpagina met de vraag: Waarom is er in Nederland geen meldpunt? Moslims in Nederland maken dit soort dingen ook mee. Waarom is hier geen aandacht voor? We maakten ons zorgen over de consequente afschildering van moslims als probleem en gevaar; en dat moslims zelf vaak geen stem hebben in deze representaties. De gevolgen voor de rechtszekerheid en het welbevinden van moslims werd niet voldoende besproken.
Het project nam een onverwachte vlucht na de aanslag op het Charlie Hebdo kantoor in Parijs in januari 2015. Talloze berichten over ‘wraakacties’ tegen moslims op straat en in openbare ruimtes – waarbij vnl. vrouwen die een hoofddoek doelwit waren-circuleerden op sociale media. Toch overheerste in de media het ingesleten patroon: ‘de moslim’ kwam enkel als (potentiële) dader in beeld, zelden als slachtoffer van racistisch geweld. Daders – vaak witte mannen – werden afgeschilderd als ‘verward’, waardoor structureel racistisch geweld tot incident werd gereduceerd en ontdaan van politieke oorzaken en verrechtsing. Dit deed pijn, en riep de vraag op of de pijn, angst en het verdriet van een moslim er überhaupt toe deden. Kon hier wel ruimte voor zijn in een maatschappij waar vooral dit verhaal domineert?
Samira Boubkari, Ibtissam Abaaziz en Rahma Bavelaar kwamen samen met de vraag: Hoe richt je een meldpunt op en bouw je een ruimte voor discussie en solidariteit zonder middelen? Hoe bouw je een succesvol, invloedrijk en onafhankelijk burgerinitiatief? Het antwoord was een Facebook pagina, plus heel veel passie en energie. We wilden gehoord en gezien worden, wetenschappelijk bewijs dat er een structureel probleem was in Nederland. We koesterden de hoop om samen verandering teweeg te brengen.
Na de oprichting van de pagina stroomden de meldingen meteen binnen: vooral vrouwen deelden pijnlijke ervaringen zoals uitgescholden worden, fysieke mishandeling, het mislopen van werk of stages. De respons van geïnteresseerden en medestanders was overweldigend.
Na een week hadden we 10.000 volgers.
De eerste periode werkte het team volledig ‘horizontaal’ en in vrijwel non-stop overleg met elkaar. Bestuursvergaderingen werden om 22 uur in de avond ingepland, dat was vaak het enige overlappende vrije moment dat we hadden. We ontwikkelden een protocol om meldingen te verifiëren, publiceren en registreren; modereerden de pagina, onderhielden contact met de media, bouwden aan ons netwerk onder mede-activisten, politieke partijen, de media en advocaten; en lazen en bespraken wetenschappelijke analyses en het dagelijks nieuws.
Onze eerste rapport verscheen eind 2015: een analyse van de tot dan toe geregistreerde meldingen. Het rapport bevestigde dat islamofoob geweld vaak onder de radar blijft en zwaar wordt ondergerapporteerd door zowel slachtoffers (die niet naar de politie gaan) en de politie. Onze data bevestigden ook patronen die elders in Europa werden gesignaleerd: vooral vrouwen die een hoofddoek dragen zijn doelwit van islamofoob geweld.
We leerden veel van verwante sociale bewegingen. Van HarassMap in Egypte namen we het idee over van een interactieve ‘incidenten kaart’. Vanuit de beweging tegen anti-zwart racisme dachten we na over het gevaar van het spelen van ‘the numbers game’; het steeds opnieuw moeten aantonen met statistieken dat islamofobie bestaat.
De vraag die zich steeds opnieuw aandiende was: Hoe vinden in ons activisme een balans tussen aandacht voor alledaagse islamofobie (de ervaringen van individuen), en de institutionele islamologie die de aanleiding vormt voor die ervaringen? Hoe combineren we het registreren van meldingen – een enorm tijdrovende taak voor vrijwilligers – met diepgravende analyse over de inbedding van islamofobie in de wet, media verslaggeving en politiek beleid?
Vanaf 2016 weerspiegelden onze activiteiten die dubbele taakstelling. We bouwden aan een netwerk van vrijwilligers, wierven donaties, en ontvingen een fonds van Stichting Media en Democratie. Meldingen vanuit de gemeenschap bleven onze brandstof voor verder onderzoek en analyse. Daarnaast deden we onderzoek, lobbyden we bij politieke partijen, schreven en bespraken we onze analyses in de media, bouwden we allianties met medestanders en legden we verbanden met islamofobie elders in Europa.
Meld Islamofobie groeide uit van een meldpunt tot een kenniscentrum, een online
gemeenschap en een platform waar moslims en medestanders ervaringen en ideeën konden delen.
In 2020 publiceerden we een zwartboek over de gevolgen van het in augustus 2019 ingevoerde
‘boerkaverbod’; bij uitstek de een uitwas van groeiende geïnstitutionaliseerde islamofobie. Ook
richtten we de aandacht op de discriminerende terrorismewet, de discriminatie van moslims door banken en financiële instituties, en de vaak discriminerende manier waarop moskeeën en islamitische scholen gesurveilleerd en geviseerd worden door de veiligheidsdiensten.
Sinds 2020 vroegen we ons steeds vaker af hoe we als burgerinitiatief kunnen groeien en voortbestaan met minimale middelen. Huwelijken, geboortes, verhuizingen, ziekte en nieuwe banen eisten een zware tol van de energie en beschikbaarheid binnen het team. De corona pandemie dwong ons tot een lange adempauze om te reflecteren op ons functioneren en onze maatschappelijke rol in een zich steeds ontwikkelend maatschappelijk veld.
In 2023 zijn we klaar om met voort te bouwen op wat we tot nu toe hebben geleerd. In afgeslankte vorm, en met nog altijd beperkte middelen, breekt een nieuwe fase aan met nieuwe activiteiten. De connectie tussen persoonlijke ervaringen en institutionele patronen blijft daarbij als pijler centraal staan: we bouwen verder aan ons platform en onze community, in combinatie met analyses en discussies op het scherp van de snede.
Voordat we jullie meenemen in onze plannen voor het komende jaar, blikken we terug op wat we hebben opgebouwd. We willen daarmee onze dankbaarheid tonen aan iedereen die heeft meegedacht en meegebouwd om het meldpunt te laten groeien tot het levendige forum dat het is. Met onderstaande tijdlijn (zie link naar pdf) vieren we de belangrijkste successen die we het afgelopen decennium hebben geboekt.